Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·toe·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
toetoepen
toetoepte
getoetoept
zwak -t volledig

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

Werkwoord

toetoepen

  1. ervoor zorgen dat zaken die mensen in problemen hadden kunnen brengen, niet bekend worden en geen gevolgen meer hebben
    • Generaal Spoor, voormalig bevelhebber van de strijdkrachten in Nederlands-Indië, en de diplomaat Van Roijen, medeverantwoordelijk voor de bepalingen van de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië in 1949, zouden verbijsterd zijn. De eerste omdat in dit geval zijn poging om de zaak te toetoepen (Indische term voor toedekken) is mislukt, de tweede omdat een met veel pijn en moeite opgestelde amnestieregeling is getrotseerd. [1]
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

de toetoepenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord toetoep

Gangbaarheid

Verwijzingen