toegooien
- toe·gooi·en
- samenstelling van toe bw en gooien ww
toegooien [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toegooien |
gooide toe |
toegegooid |
zwak -d | volledig |
- in de richting van iemand gooien
- Een man in Nieuwegein werd zo kwaad op een groep hangjongeren die dealt, lawaai maakt en ramen ingooit, dat hij een molotovcocktail naar hen toegooide. [2]
- De anti-veganist heeft bijna een uur voor de ingang van het terrein gestaan. Eerst stond de man niemand in de weg, maar op het moment dat hij het stuk vlees naar medewerkers van het festival toegooide, heeft de organisatie de politie ingeschakeld. [3]
- met kracht sluiten van een deur
- Met een harde klap gooide hij de deur toe.
- Het woord toegooien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toegooien" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf CATHERINE KEYL 23 aug. 2017 Worden aso's door de autoriteiten beschermd?
- ↑ De Telegraaf 13 aug. 2018 Man eet bebloed stuk rauw vlees voor ingang Vegan Foodfestival
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be