Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tocht·vlaag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tochtvlaag tochtvlagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tochtvlaagv / m

  1. een kortdurende snelle beweging van (koele) lucht
     Daarna moest ze zijn weggedoezeld. Ze werd wakker van een tochtvlaag en de beweging van haar bed.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132