tobogan

Nederlands

[2] tobogan

Uitspraak

• Geluid:  tobogan    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• to·bo·gan

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Canadees-indiaans

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tobogan	tobogans
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tobogan m

1. slee van Canadese indianen
2. glijbaan

Vertalingen

    2. glijbaan   

Engels: fairground slide (en), slide (en)

Gangbaarheid

• Het woord tobogan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tobogan" herkend door:

15 %	van de Nederlanders;
38 %	van de Vlamingen.