Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tin·tel·fris
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen tintelfris
verbogen tintelfrisse

Bijvoeglijk naamwoord

tintelfris

  1. zo fris dat het tintelt
    • De smaak is rijk, explosief en perfect in balans, de afdronk is puur en tintelfris 

Gangbaarheid