tijdvreter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tijdvreter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tijd·vre·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tijd zn en vreter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdvreter | tijdvreters |
verkleinwoord | tijdvretertje | tijdvretertjes |
Zelfstandig naamwoord
de tijdvreter m
- iets dat te veel tijd kost
- ▸ Vergaderen is tijdvreter nummer één: de doelstellingen zijn onduidelijk, er wordt oeverloos gediscussieerd, er zijn te veel agendapunten, de vergadering is saai en slecht georganiseerd, de deelnemers zijn ongeïnteresseerd of niet goed voorbereid, etc.[1]
- ▸ E-mail was ooit een efficiënte manier om dingen voor elkaar te krijgen. Tegenwoordig is het een tijdvreter. Toch kun je e-mail, als je het goed gebruikt, tot de nuttige tools rekenen.[2]
- ▸ Wacht niet te lang met het versturen van de notulen. De dag erop is ideaal. Houd het kort, je wilt je collega's en jezelf immers niet opzadelen met nog een extra tijdvreter.[3]
Gangbaarheid
- Het woord 'tijdvreter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Jolanda Bouman“Tips en tools voor managers” (2004), Thema, ISBN 9789058713346, p. 105
- ↑ Weblink bron Denise Hulst“Het betere werken!: de schakel tussen gedrag, vaardigheden en resultaat” (2012), Unieboek / Het Spectrum , ISBN 9789000320721, p. 19
- ↑ Weblink bron Sara Van Wesenbeeck“Het handboek voor de spitsuurvrouw” (2014), Lannoo Meulenhoff, ISBN 9789401419277, p. 174