thuiswerkplek
- thuis·werk·plek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | thuiswerkplek | thuiswerkplekken |
verkleinwoord | thuiswerkplekje | thuiswerkplekjes |
- een plek in eigen huis waar men het werk doet
- De thuiswerkplek mag niet op dezelfde plek zijn waar men zich ontspant om te voorkomen dat men niet tot rust kan komen.
- Het woord thuiswerkplek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.