• the·a·ter·maak·ster
enkelvoud meervoud
naamwoord theatermaakster theatermaaksters
verkleinwoord

de theatermaaksterv

  1. (beroep) vrouw die theatervoorstellingen maakt
     Vier Dutchbat-veteranen gaan meedoen aan een toneelvoorstelling over de val van Srebrenica. De in Bosnië geboren theatermaakster Tea Tupajic staat samen met de oud-blauwhelmen op het toneel, in een 'performance' die 19 september in première gaat in Amsterdam.[1]
     Ondanks dat de film prijs na prijs binnensleept, is er ook kritiek. Vooral vanuit de transgender-gemeenschap. Theatermaakster Nicky Ebbeng, zelf transgender, kan zich niet vinden in de keuze voor een mannelijke hoofdrolspeler. "Het voelt alsof transgenders worden gereduceerd tot in dit geval een jongen in een balletpak."[2]
  1.   Weblink bron “Dutchbat-veteranen gaan eigen geschiedenis spelen op toneel” (maandag 23 juli 2018, 17:01), NOS
  2.   Weblink bron “Prijs na prijs voor Vlaamse debuutfilm 'Girl', maar er klinkt ook kritiek” (zondag 28 oktober 2018, 16:13), NOS