• teu·gel·loos·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord teugelloosheid teugelloosheden
verkleinwoord

de teugelloosheidv

  1. het teugelloos zijn
    • De teugelloosheid van de jeugd word mede veroorzaakt door de enorme welvaart die er is. 
  1. tomeloosheid, stuurloosheid