Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • teu·gel·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord teugelloosheid teugelloosheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de teugelloosheidv

  1. het teugelloos zijn
    • De teugelloosheid van de jeugd word mede veroorzaakt door de enorme welvaart die er is. 
Synoniemen
  1. tomeloosheid, stuurloosheid

Gangbaarheid