Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • test·ten uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uittesten

testten (…) uit

  1. meervoud verleden tijd van uittesten
    • Wij testten uit. 
    • Jullie testten uit. 
    • Zij testten uit. 

Gangbaarheid