Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • test·rij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord testrijder testrijders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de testrijderm

  1. chauffeur die een voertuig uitprobeert door erin te rijden
     Coureur Jolyon Palmer hoorde bij de Lotus-inboedel. De zoon van voormalig Formule 1-coureur Jonathan won in 2014 het GP2-kampioenschap en was vorig seizoen al testrijder bij Lotus. De Engelsman heeft talent, maar is niet van het kaliber Lewis Hamilton.[1]
     Het ongeluk gebeurde toen de zelfrijdende Lexus RX 450h zandzakken ontweek terwijl de bus schuin achter de auto reed. De testrijder in de Google-auto dacht dat bus zou afremmen en greep daarom niet in.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Formule 1: lelijke eendje Manor klaar voor sprong voorwaarts” (Donderdag 17 maart 2016, 10:13), NOS
  2.   Weblink bron “Zelfrijdende Google-auto veroorzaakt ongeluk” (Maandag 29 februari 2016, 22:01), NOS