• te·rug·ver·kocht
vervoeging van
terugverkopen

terugverkocht

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van terugverkopen
    • ... dat ik terugverkocht. 
    • ... dat jij terugverkocht. 
    • ... dat hij, zij, het terugverkocht. 
  2. voltooid deelwoord van terugverkopen