terugvallen
- Geluid: terugvallen (hulp, bestand)
- te·rug·val·len
- samenstelling van terug bw en vallen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
terugvallen |
viel terug |
teruggevallen |
klasse 7 | volledig |
terugvallen
- ergatief een bereikte hogere positie weer op moeten geven
- Hij was de glibberige rots een stukje opgeklommen maar hij gleed uit en viel terug.
- ergatief figuurlijk een bereikte hogere positie weer op moeten geven
- Door dat oponthoud was hij flink op de ranglijst teruggevallen.
- Het woord terugvallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "terugvallen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be