terugstootloos
- te·rug·stoot·loos
- afgeleid van terugstoot met het achtervoegsel -loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | terugstootloos | terugstootlozer | terugstootloost |
verbogen | terugstootloze | terugstootlozere | terugstootlooste |
partitief | terugstootloos | terugstootlozers | - |
terugstootloos
- zonder terugstoot
- Terugstootloos gereedschap zoals een hamer en een nietapparaat geven minder kan op blessures.
- Het woord terugstootloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.