terugplooien
- te·rug·plooi·en
- samenstelling van terug bw en plooien ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
terugplooien |
plooide terug |
teruggeplooid |
zwak -d | volledig |
terugplooien
- overgankelijk (België, niet algemeen) zich terugtrekken.[1]
- Tegelijk zou Israël beginnen zijn leger terug te plooien.
- Het woord terugplooien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.