territorialiteit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ter·ri·to·ri·a·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van territoriaal met het achtervoegsel -iteit[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | territorialiteit | territorialiteiten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de territorialiteit v
- het territoriaal zijn
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord territorialiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.