teringlijertje
- Geluid: teringlijertje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈterɪŋˌlɛijərcə / (5 lettergrepen)
- te·ring·lij·er·tje
- teringlijer met het achtervoegsel -tje
het teringlijertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord teringlijer
- Alsof John bij het vangnet als een razende Rambo die voetbalelftallen te lijf was gegaan, alsof hij die scooter met dat teringlijertje en die middelvinger zelf te voet had ingehaald. [1]
- (sport) (voetbal) benaming voor een speler die door een zeer actieve opstelling en het vermogen uit een opportunistische actie gevaarlijk te worden veel aandacht van de tegenpartij vraagt
- Het woord 'teringlijertje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Stapele, S. vanWitte panters 1e druk (2012) Lebowski Publishers, Amsterdam; ISBN 9789048815166; hfst. 15; geraadpleegd 2017-04-19