• ten be·wij·ze van

ten bewijze van

  1. (formeel) als bewijs dienend
     Ten bewijze daarvan vestigt hij er de aandacht op, dat Ex. 24 : 1 duidelijk terugslaat op 19 : 24.[1]
  1.   Weblink bron
    Gispen, W.H.
    “Het boek Leviticus” (1950), Kok