televisie-uitzending
- te·le·vi·sie-uit·zen·ding
- samenstelling van televisie en uitzending
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | televisie-uitzending | televisie-uitzendingen |
verkleinwoord |
de televisie-uitzending v
- dat wat via de televisie publiekelijk wordt gemaakt
- De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending. (Grondwet Artikel 7)
- Het woord televisie-uitzending staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.