telescoopvork
- te·le·scoop·vork
- samenstelling van telescoop en vork
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telescoopvork | telescoopvorken |
verkleinwoord | telescoopvorkje | telescoopvorkjes |
- (werktuigbouwkunde) vork voor voertuigen waarbij twee buizen in en uit elkaar kunnen schuiven. Veren en dempers zijn er meestal in gebouwd
- Het woord 'telescoopvork' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.