telepaat
- te·le·paat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telepaat | telepaten |
verkleinwoord | telepaatje | telepaatjes |
de telepaat m
- iemand die telepathie beoefent
- Het woord telepaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "telepaat" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be