telemarketing
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·le·mar·ke·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘verkoop via de telefoon’ voor het eerst aangetroffen in 1988 [1]
- afgeleid van marketing met het voorvoegsel tele-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telemarketing | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de telemarketing v
- het via de telefoon verkopen aan en het inwinnen van informatie over mogelijke klanten
- Ik begon die dag met mijn eerste baan in een van de succesvolste branches van onze nieuwe economie: telemarketing. [2]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord telemarketing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.