• te·kent voor
vervoeging van
voortekenen

tekent (…) voor

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortekenen
    • Jij tekent voor. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortekenen
    • Hij tekent voor. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortekenen
    • Tekent voor!