tegenvaar
- te·gen·vaar
- samenstelling van tegen en vaar [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tegenvaar | - |
verkleinwoord | - | - |
de tegenvaar m
- (in wapenkunde) vaar waarin de vakjes afwisselend omgekeerd zijn
- Het woord 'tegenvaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.