Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • teen·schoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord teenschoen teenschoenen
verkleinwoord teenschoentje teenschoentjes

Zelfstandig naamwoord

de teenschoenm

  1. dunne rubberenschoen met een ruimte voor iedere teen afzonderlijk
     De Plastic Soup Surfer krijgt de statige Jubilee Room tot zijn beschikking. Met hulp van een bevriende lobbyist van Surfers against sewage, een Engelse organisatie, stapt Tinga in een wetsuit en teenschoenen'Vetgedrukte tekst' de historische ruimte binnen. Lord Benyon, parlementsleden en medewerkers van politici met milieu in hun pakket luisteren aandachtig naar zijn presentatie over de noodzaak de vervuiling door petflessen aan te pakken.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Na 1800 kilometer stapt Nederlandse zeiler Merijn met wetsuit en al kantoor Britse milieuminister binnen” (Geert Langendorff 19-07-2023), Tubantia