2e persoon enkelvoud meervoud
naamval m v m v
nominatief tavs tava tavi tavas
genitief tava tavas tavu tavu
datief tavam tavai taviem tavām
accusatief tavu tavu tavus tavas
instrumentalis tavu tavu taviem tavām
locatief tavā tavā tavos tavās

tavas

  1. jouw, van jou (bij het enkelvoud van een vrouwelijk woord in de genitief of het meervoud van een vrouwelijk woord in de nominatief, accusatief of vocatief)