Tandradspoor
  • tand·rad·spoor
enkelvoud meervoud
naamwoord tandradspoor tandradsporen
verkleinwoord tandradspoortje tandradspoortjes

tandradspoor

  1. (spoorwegen) een spoorweg met een extra rail in het midden met de vorm van een tandheugel waarin het tandwiel van een tandradtrein kan aangrijpen