tandemsprong
- tan·dem·sprong
- samenstelling van tandem en sprong
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tandemsprong | tandemsprongen |
verkleinwoord | tandemsprongetje | tandemsprongetjes |
de tandemsprong m
- een parachutesprong met twee personen tegelijk die aan elkaar zijn vastgemaakt, degene die de parachute draagt is de tandemmaster
- Om als passagier mee te gaan op een tandemsprong is geen opleiding vereist.
- Het woord tandemsprong staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.