Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tan·dem·scoot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandemscoot tandemscoots
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tandemscootm

  1. scootmobiel voor twee personen waarbij de berijders achterelkaar zitten

Gangbaarheid

Meer informatie