Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ta·lent·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord talentloosheid talentloosheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de talentloosheidv

  1. het niet hebben van een speciale aanleg
     Pers en publiek zagen de groep als een onthutsend geval van talentloosheid en nihilisme en, nog veel erger, ze leken te denken dat Che Guevara een honkballer was en Vietnam een dorp in Michigan of Illinois.[1]
     „Het is echt ongelooflijk dat shows als Saturday Night Live, niet grappig en talentloos, al hun tijd besteden aan het continu afkraken van één persoon (mij) zonder dat de ’andere kant’ wordt belicht”, twitterde Trump. „Als een advertentie zonder de voorwaarden erbij.”[2]
     En wat er voor terugkwam, een ontwerp van architect Marius Duintjer, noemde hij "een oninteressant en talentloos bankgebouw".[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Vloeken in de kerk” (25-07-2006), Tubantia
  2.   Weblink bron “Trump wil Saturday Night Live van tv hebben” (17 mrt. 2019), De Telegraaf
  3.   Weblink bron “Nieuwe verklaring voor brand die Paleis voor Volksvlijt in de as legde” (29-07-2016), NOS