takelden af
- Geluid: takelden af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtakəldə(n) ˈɑf / (4 lettergrepen)
- ta·kel·den af
vervoeging van |
---|
aftakelen |
takelden (…) af
- meervoud verleden tijd van aftakelen
- Wij takelden af.
- Jullie takelden af.
- Zij takelden af.
- Wij takelden af.
- Het woord takelden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.