• ta·fel·brug
enkelvoud meervoud
naamwoord tafelbrug tafelbruggen
verkleinwoord tafelbrugje tafelbrugjes

de tafelbrugv / m

  1. (verkeer) een brug waarbij het wegdek met hydraulische zuigers omhoog geduwd wordt om de scheepvaart er door te laten
    • De tafelbrug lag over het kanaal.