taalkamp

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  taalkamp    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• taal·kamp

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  taal zn  en  kamp zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	taalkamp	taalkampen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het taalkamp o

1. in België: een vakantiekamp voor jongeren waarin ze een vreemde taal kunnen leren

   ▸ Behalve kunnen lesgeven, staat een leerkracht vandaag ook voor een reeks andere uitdagingen. Ze moeten kunnen omgaan met anderstalige leerlingen, kinderen uit kansarme gezinnen of jongeren met een beperking. Hogescholen bieden vandaag al specifieke projecten aan - zoals taalkampen of huiswerkbegeleiding - om de toekomstige leerkrachten beter te wapenen voor die opdracht.

   ▸ In 2014 namen 910.000 volwassenen uit 70 landen deel aan Engelse tests van het Education First, dat taalkampen, stages en studies over de grenzen heen mogelijk maakt. Voor de vijfde keer lanceert het EF de EPI, een index van Engelse vaardigheid.

   ▸ Misschien wel op de manier waarop Frans aangeleerd wordt in de basisschool. Dat gebeurt best ‘zo communicatief en interactief mogelijk’, zegt Delrue. Misschien moeten andere vakken ook maar eens in het Frans gegeven worden? En heeft een taalkamp Frans ook niks dan voordelen?

Gangbaarheid

• Het woord taalkamp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.