taakverzwaring
- taak·ver·zwa·ring
- samenstelling van taak zn en verzwaring zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taakverzwaring | taakverzwaringen |
verkleinwoord |
de taakverzwaring v
- het uitbreiden van wat iemand moet doen; het laten toenemen van de werklast
- ▸ Agenten moesten 'bij dusdanig veel handelingen assisteren dat er geen sprake is geweest van een taakverlichting, maar eerder van een taakverzwaring', stellen de onderzoekers.[1]
- ▸ De rode lijn is duidelijk: er komt een taakverzwaring aan voor mantelzorgers, maar we wachten niet besluiteloos af of gemeenten en zorginstellingen daar tijdig op inspelen. Beide moeten in 2014 aan de slag.[2]
- Het woord taakverzwaring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “'Hulpagent' levert politie juist meer werk op” (29-07-2013), Tubantia
- ↑ Weblink bron Jakko Gunst“SGP: Mantelzorger mag er niet zomaar bijbungelen” (07-11-2013), Reformatorisch Dagblad