systeemopzet
- sys·teem·op·zet
- samenstelling van systeem en opzet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | systeemopzet | systeemopzetten |
verkleinwoord | systeemopzetje | systeemopzetjes |
de systeemopzet m
- de opzet en samenstelling van een systeem
- Voor de systeemopzet van deze computer bestaan bij aanschaf verschillende opties.
- de conceptuele opzet van het systeem
- De systeemopzet voor het invoer van rekeningrijden in Nederland is in 2005 ontwikkeld.
- Het woord 'systeemopzet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.