sumoworstelden
- Geluid: sumoworstelden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsumoˌwɔrstəldə(n) / (5 lettergrepen)
- su·mo·wor·stel·den
- sumoworstelde met de uitgang -en
vervoeging van |
---|
sumoworstelen |
sumoworstelden
- meervoud verleden tijd van sumoworstelen
- Wij sumoworstelden.
- Jullie sumoworstelden.
- Zij sumoworstelden.
- Het bewolkte weer weerhield er ons niet van het water in te gaan. We zwommen, sumoworstelden en overwonnen. [1]
- Wij sumoworstelden.
- Het woord 'sumoworstelden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "SWAP zomer (juli)" in: InfoRuiselede jrg. 26 nr. 4 (september-november 2011); p. 17 kol. 1; geraadpleegd 2018-05-26