Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sub·le·gaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sublegaat sublegaten
verkleinwoord sublegaatje sublegaatjes

Zelfstandig naamwoord

het sublegaato

  1. legaat dat een erfgenaam in opdracht van de erflater aan een derde moet uitbetalen

Gangbaarheid