styrker
- styr·ker
Naar frequentie | 3956 |
---|
styrker
- tegenwoordige tijd van styrke
styrker, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van styrke
- styr·ker
- Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord styrke met het achtervoegsel -er
Naar frequentie | 4284 |
---|
styrker
- tegenwoordige tijd van styrke
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | - | - | styrker | styrkene |
genitief | - | - | styrkers | styrkenes |
styrker, mv
- strijdkrachten, troepen
- «Hvorfor er norske styrker i Afghanistan?»
- Waarom zijn Noorse troepen in Afghanistan?
- «Hvorfor er norske styrker i Afghanistan?»
- internasjonale styrker
internationale troepen
styrker, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van styrke
- styr·ker
styrker
- tegenwoordige tijd van styrka
styrker
- tegenwoordige tijd van styrke