• stuk·le·zen

stuklezen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stuklezen
las stuk
stukgelezen
klasse 5 volledig
  1. (figuurlijk) iets heel vaak opnieuw lezen
    • Haar stijl is minder 'aards' geworden, de taal lijkt ingedikt, alsof ze met minder woorden meer weet te zeggen. Zelf noemt ze het 'scheve dialogen': de gesprekken tussen de personages zijn in de realiteit geworteld, maar onderhuids is iets heel anders aan de orde dan het alledaagse gespreksonderwerp. Tijdens een workshop toneelschrijven in 1993, bij het festival 'Stuklezen', heeft ze zich deze nieuwe manier van schrijven eigen gemaakt. [1] 
    • Theo Meder van het Amsterdamse P.J. Meertens-instituut gaat zelfs zo ver, dat hij Potter als hét voorbeeld naar voren schuift van een cultureel-maatschappelijke ommekeer. De gretigheid waarmee vooral jongvolwassenen het boek stuklezen, toont de teruggekeerde behoefte aan het bovenzinnelijke, het wonderbaarlijke en het esoterische. [2] 
86 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[3]