structuurwerkloosheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • struc·tuur·werk·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord structuurwerkloosheid structuurwerkloosheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de structuurwerkloosheidv

  1. de langdurige werkloosheid
    • De structuurwerkloosheid in dit land is weer flink afgenomen door de aantrekkende industrie. 

Gangbaarheid