stroopsmeren
- stroop·sme·ren
- samenstelling van stroop en smeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stroopsmeren |
- |
- |
onvolledig |
stroopsmeren [1]
- overdreven vleien, naar de mond praten, strooplikken, gatlikken, kontlikken
- Het woord stroopsmeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stroopsmeren" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be