Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stroomt neer
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
neerstromen

stroomt (…) neer

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerstromen
    • Jij stroomt neer. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerstromen
    • Hij stroomt neer. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van neerstromen
    • Stroomt neer! 

Gangbaarheid