stroomden uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stroomden uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstromdə(n) ˈœyt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- stroom·den uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitstromen |
stroomden (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitstromen
- Wij stroomden uit.
- Jullie stroomden uit.
- Zij stroomden uit.
- Wij stroomden uit.
Gangbaarheid
- Het woord stroomden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.