• streek·ei·ge·ne

streekeigene

  1. verbogen vorm van de stellende trap van streekeigen
enkelvoud meervoud
naamwoord streekeigene -
verkleinwoord - -

het streekeigeneo

  1. het eigene van een streek
    • ,,We zijn bevoorrecht’’, vindt E. Z., leraar geschiedenis en kenner van het streekeigene. ,,Het zit ons als een jas”, zegt R. V., voormalig ondernemer en minstens zo'n liefhebber van het streekeigene. [1] 
  1. www.gelderlander.nl (25-jan-2019)