Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • streeft te·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
tegenstreven

streeft (…) tegen

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstreven
    • Jij streeft tegen. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenstreven
    • Hij streeft tegen. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenstreven
    • Streeft tegen! 

Gangbaarheid