• stra·ti·gra·fie
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘beschrijving van aardlagen’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
  • Van het Griekse stratos = "laag" met het achtervoegsel -grafie
enkelvoud meervoud
naamwoord stratigrafie -
verkleinwoord - -

de stratigrafiev

  1. (wetenschap) een aardkunde die gericht is op de bestudering van de volgorde van opeenvolgende gesteentelagen
    • Hij studeert stratigrafie in Groningen.