Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • storm·vrij
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen stormvrij
verbogen stormvrije

Bijvoeglijk naamwoord

stormvrij

  1. (meteorologie), (onderwijs) het vrij hebben bij een zware storm om gevaarlijke omstandigheden te vermijden
    • De scholieren hadden stormvrij toen de zware herfststorm over het land trok. 
  2. (meteorologie) gevrijwaard van storm
    • Een stormvrij gebied. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid