• stormt op
vervoeging van
opstormen

stormt (...) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstormen
    • Jij stormt op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstormen
    • Hij stormt op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opstormen
    • Stormt op!