• stormt
vervoeging van
stormen

stormt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stormen
    • Jij stormt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stormen
    • Hij stormt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stormen
    • Stormt! 
vervoeging van
stormen

stormt

  1. onpersoonlijke tegenwoordige tijd van stormen