Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stop·bo·nus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stopbonus stopbonussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stopbonusm

  1. een geldbedrag dat iemand krijgt om ergens mee te stoppen
  2. een bedrag dat een vervuilend bedrijf krijgt om de bedrijfsvoering te staken
    • Door een stopbonus in te stellen kan de overheid vervuilende bedrijven stimuleren te stoppen. 

Gangbaarheid